Na negentien seizoenen assistentschap onder zes hoofdtrainers zet Dick Heemskerk (54) na dit seizoen een punt achter zijn trainerscarrière bij Rijnsburgse Boys. “Het voetbal stond al die jaren met stip op nummer één, maar het is nu tijd om mijn horizon te verbreden.”
Was het een moeilijke beslissing?
“Nee. Jarenlang stond mijn leven voor een groot deel in het teken van het voetballen. Als speler en als trainer heb ik er veel lol aan beleefd, maar door de verdergaande professionalisering van het voetbal betekent dit wel dat je tegenwoordig 44 van de 52 weken in je privéleven rekening moet houden met Rijnsburgse Boys. Alleen in de zomerstop heb je twee keer drie weken vrij en dan in de winterstop nog twee weken en dat is het. Ik heb dat altijd met veel plezier gedaan, en nog steeds, maar twintig uur per week erin blijven steken, wil ik niet meer.”
Waarom niet?
“Ik wil mijn horizon verbreden en meer tijd besteden aan familie, vrienden en werk. Overigens zal ik volgend seizoen nog wel regelmatig mijn gezicht laten zien en de nodige potjes meepikken, maar dan in een andere hoedanigheid: als liefhebber aan de kant. Ik maak plaats voor de volgende generatie en doe dat op een moment dat ik zelf bepaal. Je moet voorkomen dat anderen zeggen dat het tijd is om te stoppen.”
Hoe lang loop je al rond bij Rijnsburgse Boys?
“Ik speel vanaf de jongste jeugd bij Rijnsburgse Boys. Ik heb vijftien jaar in het eerste gespeeld. Daarna heb ik twee jaar afgebouwd in het tweede elftal. Meteen daarna ben ik samen met Leen Heemskerk leider bij één geworden onder Henk Wisman. Het jaar erop werd ik assistent-trainer. Dat zou onder Henk Wisman zijn, maar door zijn plotselinge vertrek naar het betaalde voetbal werd Cock Jol hoofdtrainer. Doordat hij in de loop van het seizoen werd ontslagen, was ik toen zelfs even tijdelijk oofdtrainer.”
Met wie heb je verder samengewerkt?
“Vervolgens was ik twee jaar assistent onder Wim Schaap, zes jaar onder Ted Verdonkschot, zeven jaar met Niek Oosterlee en twee jaar met Pieter Mulders. Nu onder Wilfred van Leeuwen ben ik dus aan mijn negentiende seizoen bezig als assistent. In mijn eerste jaar als assistent-trainer heb ik een toelatingstest voor de trainerscursus gedaan. Toevallig was dat bij Cock Jol, die toen ook docent van de KNVB was, maar dat was geen probleem want ik heb altijd een goede band gehouden met Cock. Doordat de trainerscursus vol zat, is het er vervolgens lange tijd niet van gekomen om de cursus te volgen. Uiteindelijk heb ik pas vorig jaar mijn papieren gehaald.”
Welke zaken springen eruit als je al die jaren op een rij zet?
“De drie kampioenschappen met Ted Verdonkschot en het bekeravontuur bij onder andere Vitesse, FC Utrecht en NEC. Verder heb ik ongelofelijk plezierig samengewerkt met Niek Oosterlee. Leuk is ook dat ik een diversiteit aan trainers heb meegemaakt. Ook de prettige samenwerking met de staf zal me bijblijven. Nog steeds zijn we een hechte groep, die inmiddels al jaren bij elkaar is. Maar ik ga het niet missen, want ik weet zeker dat ik er andere mooie dingen voor terugkrijg.”
