Bram van Egmond

Column Nico Glasbergen

column-nicoglasbergen-artikel

De Rijnsburgse paradox

Dinsdag 9 augustus jongst leden stond er een stuk in het LD waar ik behoorlijk blij van werd. Onze nieuwe technisch directeur Dennis-Jan Mieras kwam aan het woord. En hij was duidelijk. Door de tijd heen observerend kwam hij tot de conclusie dat het in Rijnsburg nogal ingedut is. Dat was niet zijn enige conclusie, maar wel één die mij erg aansprak. Na jaren van hoogtij, denk maar aan het feit dat we heel lang louter hoog in het linkerrijtje eindigden, is de verkeerde afslag genomen. Met als eigenlijk doel een tropisch eiland zette ons vlaggenschip koers richting Nova Zembla. En dat is niet het enige. Je voelt al een tijdje gelatenheid. Zo van, ach, het zal wel. Gebrek aan passie. Weinig betrokkenheid. En, niet in het minst: “oh, als ik niet krijg wat ik wil, dan kap ik er toch mee?”. Jeugdspelers die andere clubs als een heilig station zien als het even niet mee zit. Bij andere clubs is alles beter, toch ? Bij Rijnsburgse Boys worden veel fouten gemaakt, zeker. Maar jemig hee, met het incasseringsvermogen is het soms droevig gesteld. De snelle weg kiezen als het even niet meer lukt. En op de tribune bij het eerste is het soms dito. De laatste seizoenen gaven weinig reden tot vreugde. De berg draken van wedstrijden werd rap hoger. Toch lijkt het weinig uit te maken hoe er gespeeld wordt. Zodra er reden is om te mauwen, gebeurt het ook. En anders verzint men er wel één.
Eigenlijk is dit best gek. Neem bloemenveiling Flora. Of de kwekerijen. In de loop van decennia hebben daar duizenden mensen keihard gewerkt. En heel wat mannen bewezen dat je om een goede zaak op te bouwen geen diploma’s nodig hebt, maar wel een wereldmentaliteit, gezond boerenverstand, enorm veel incasseringsvermogen en – ook al had het soms tijd nodig – positiviteit.  Er zijn jongens bij die al vroeg rustiger aan konden doen. De meesten hebben zich het lazarus gewerkt en overwonnen soms tegenslag na tegenslag. Ze bogen nooit, financiële klappen of niet, ze bleven rechtop staan. Enorm bewonderenswaardig. Naast durf en handelsgeest zorgde dit ervoor dat heel veel mensen heel trots op hun arbeidsleven mochten zijn. Nog steeds. Als de mentaliteit van Flora en de kwekers door heel onze club zou zitten, zouden we altijd bovenaan staan. Die volhardendheid en toewijding mis ik steeds meer. Het is geen toeval dat de eigen jongens die jarenlang in het eerste stonden één ding bovenaan hadden staan. Danny van der Vijver, Peter Freke, Martin den Haan (en vroeger Wim Driebergen en Arie van Dijk) blonken onder andere uit in winnaarsmentaliteit. Juist de toptalenten redden het niet. Zodra ze even niet kregen wat ze wilden, donderden ze op. En je zag ze nooit meer terug.
Ik heb hoop. We hebben een andere trainer die duidelijk maakt dat winnen en willen investeren in jezelf de maatstaf moet zijn. Hij is geen Messias en kan het niet alleen. Het zal weer normaal moeten worden dat opgeven geen optie is. Het zal door de hele club heen moeten gaan dringen, als de gemeenste infectie.
Sleutelwoord daarin is volhardendheid en geduld. En dus ook geduld met het eerste. Als je nu al sommige supporters hoort praten. Zó negatief, zo kortzichtig. Aken en Rome zijn ook niet in drie maanden gebouwd. Dus gaan we zeker de komende maanden bij het eerste pieken en dalen zien. Automatismen moeten ingeslepen worden. Dat kost tijd. Wie dus denkt dat we het ‘even’ gaan doen zal bedrogen uitkomen. Hallo, een nieuwe trainer en dertien nieuwe spelers !!!
En of het zo leuk is dat we tegen Rijnvogels en Quick Boys spelen moeten we maar afwachten. Die spreek ik wel ná die wedstrijden (goh, wat was Rijnvogels uit leuk vorig jaar…). Katwijk en VVSB kunnen net zo leuk zijn hoor. Maar die lieten het wèl zien toen het moest. Wij niet. Tot die tijd past louter nederigheid en een niet aflatende inzet. Een realistisch verwachtingspatroon. En geen grote mond dat we het wel even gaan doen. Die grote mond mag op zich wel. Maar dan voor andere doeleinden. Om je club te steunen.
Want met die zeiksnorreninstelling ben ik wel een beetje klaar. Mensen die op z’n Rijnsburgs zeggen: “Ik hettet alle zien. Word niks”. Pfffff…………. Lazer toch op. Kunnen we nu missen als kiespijn!