Nico Glasbergen

Column Nico Glasbergen: De beste vlaggenist van ’t durp


Iedere grote vereniging heeft ze. Hun eigen toppers. Mensen die er altijd zijn. Mensen op wie je altijd kan rekenen. Ze hebben een clubhart, komen vaak al jaren bij hun club en doen er allerlei taken. Soms een aantal taken tegelijk, soms bijzondere, altijd leuk en/of nuttig. Het is geen wonder dat de bekendste en grootste amateurclubs vrijwel altijd uit plaatsen komen met een van oorsprong (en meestal nog steeds) dorps karakter. Daar hebben de mensen meer saamhorigheidsgevoel, wat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Je favoriete club zit in je hart en tientallen, soms wel honderden vrijwilligers staan klaar om alles te laten reilen en zeilen zoals het hoort. Successen worden gevierd en in slechte tijden wordt er gemopperd, maar ook worden de handen uit de mouwen gestoken. Veel mensen zijn begaan met hun favoriete club en willen doen wat ze kunnen om er iets moois van te maken. Er zijn veel drijfveren om er wat moois van te maken. En zo is dat ook bij ons Uien onder elkaar. Voor en achter de schermen lopen er een flink aantal die vrije uren inleveren om Rijnsburgse Boys te laten draaien. Of ze nu veel of niet heel veel doen, het zijn allemaal goudhaantjes die ons maken wat we zijn. En tussen al die mensen zitten er af en toe bij die iets doen wat vrij ongewoon is.
Het moet iedereen opgevallen zijn die op zaterdag in de loop van de ochtend van of naar het voetbalveld rijdt. De Noordwijkerweg is dan opgesierd met aan weerszijden een pakweg twintigtal vlaggen, die bij een beetje wind fier wapperen. Ze zijn lekker knalgeel met een geweldig logo. Juist, het zijn Rijnsburgse Boys-vlaggen. Ik wist seizoenen lang niet wie hier achter zat, totdat het ineens duidelijk werd. Als je in de loop der jaren wel eens bij Den Haan (voor ingewijde Uien ‘de Bulder’) aan de Vliet bent geweest, heb je hem vast wel eens gezien. Cees Bouwman, al jarenlang werkzaam daar, is de man die bij elke thuiswedstrijd van Rijnsburgse Boys de vlaggen hijst. En het is fantastisch. Toevallig was hij bij de laatste wedstrijd verhinderd, maar normaal gesproken gaan elke wedstrijddag trouw de vlaggen de mast in.

Cees is hiermee begonnen naar aanleiding van een bezoek aan Spakenburg. Rijnsburgse Boys moest daar spelen en één van de twee Spakenburgse clubs kon kampioen worden. Dat werd opgesierd met een flinke vlaggenparade in de straten. “Dat kan ik ook”, moet Cees gedacht hebben. En hij begon het te doen. Zijn idee was om van de Noordwijkerweg een soort van ‘gladiatorenboulevard’ te maken. Hij begon de daad bij het woord te voegen en is bij zijn ‘buren’ aan de Noordwijkerweg langs gegaan en de respons was verheugend. Bijna iedere buur met een vlaggenmast wilde meewerken. Stap één was gezet. Nu nog vlaggen, maar dat ging wel lukken. Via Bram van der Meij van de fanshop werden er twintig vlaggen geregeld. De vlaggen konden dus in touw. Hoe lang het precies geleden is weet Cees overigens niet meer.
“Ik ga ze de mast in hijsen vanaf ’s ochtends vrij vroeg. Dat is een half uur werk ongeveer. En als ze dan wapperen, is dat een fantastisch gezicht. Na afloop van de wedstrijd ben ik dan weer een half uurtje bezig om ze weer naar beneden te halen en mee te nemen”, vertelde Cees me onlangs. Brutaal en spontaan kwam ik onder werktijd langs om zijn verhaal te horen, maar Cees’ praatpaal ging meteen aan.
Complimenten kwamen ook van de tegenstanders. Zo schreef de wedstrijdverslaggever van SV Huizen dat ze door die vlaggen al 1-0 achter stonden bij aankomst. Uiteindelijk werd het toen 4-2 voor Rijnsburgse Boys op 20 augustus 2016, maar dat terzijde. (Voor de echte freaks: de wedstrijd met de dubbele panna van El Yacoubi waardoor Jongeneelen de 1-0 kon scoren)
Cees blijkt ook niet gierig. Als je je bedenkt dat de helft van de mensen aan de Noordwijkerweg die mee wilden werken de vlag wel wilden betalen, maar de andere helft wel het hijsen van de vlag toestaat maar geen greep uit hun portemonnee, dan weet u voldoende. Cees heeft de helft van alle vlaggen zelf betaald!! “Clubliefde”, zei Cees. Kan je wel zeggen…
Cees is er niet happig op om de vlaggen te hijsen als Rijnsburgse Boys thuis speelt tegen Katwijk en Quick Boys. Op die dagen zijn er wel eens hele ‘stoere’ jongens geweest die een vlag uit de tuin van oudere mensen stelen. Heldendaden natuurlijk…. zeker als je het met een groep doet en onder invloed. Maar, die vlaggen komen er wel weer. En Cees is niet bang om een statement te maken. Toen het een tijd niet zo best ging was hij daar niet zo blij mee en hing hij als ludieke actie al de vlaggen halfstok. Daar waren de leidinggevenden binnen onze vereniging op hun beurt weer niet blij mee, want de suggestie werd zo gewekt dat er een bestuurslid of een ander prominent lid gestorven was.
“Nee, het voetbal van Rijnsburgse Boys is dood”, repliceerde Cees. Ik kan het me nog wel herinneren en ik hou wel van die stoute jongensstreken. Af en toe moet er een statement gemaakt worden! En mensen zouden soms eerder gestraft moeten worden voor luiheid in plaats van voor ondeugd.
Ga er lekker mee door Cees, met die vlaggen hijsen. Het is geweldig. Net zo geweldig als al het werk van die berg vrijwilligers die ons groot maken en waarvan we er altijd meer kunnen gebruiken. Ik zou ze allemaal wel willen noemen. Dat gaat te ver voor deze column. Maar het gros van de mensen weet wie ze zijn!