Toen ik onlangs Match of the Day keek, het Engelse equivalent van Studio Sport, viel het me voor de zoveelste keer op: wat hebben die Britten toch gevoel voor traditie. In de studio droegen de presentator en zijn sidekicks een kunststof klaproos, een poppy, ter ere van alle gevallenen in oorlogen en andere ellende. Dat doen ze altijd zo rond deze tijd, op en rond Remembrance Day (officieel op 11 november). Engelsen houden daar strikt aan vast en dat is mooi. Net zoals Engelse voetbalclubs vrijwel allemaal een bijnaam hebben. Zo wordt Hull City ’the Tigers’ genoemd, Brighton & Hove Albion ’the Seagulls’, Newcastle United ’the Magpies’ en Norwich City ’the Canaries’. Allemaal dieren dus, toevallig: tijgers, meeuwen, eksters en kanaries. Maar die supporters zijn er maar wat trots op. Al maken tijgers meer indruk dan kanaries, maar dat terzijde. Overal komen die bijnamen terug. Het wordt gecultiveerd en vormt een rotsvast onderdeel van de clubtraditie. En waag het niet eraan te komen. Enkele jaren geleden probeerde de Maleisische eigenaar van Cardiff City de clubkleuren van blauw naar rood te veranderen, omdat rood DE kleur is in Azië. Daar kwam hij gauw van terug. De protesten waren dermate hevig, dat de rijke stinkerd gauw bakzeil haalde. En terecht.
Waarom dit verhaal ? Nou, omdat ik vind dat wij heel trots mogen zijn op onze bijnaam, de Uien. Natuurlijk hebben wij die bijnaam al een tijdje, maar sinds de komst van het internet zie je de bijnaam steeds meer opduiken en nestelt het zich vaster in het club-DNA. Klinkt in eerste instantie best lullig, een ui. De bijnaam is ooit aan Rijnsburgers gegeven omdat Rijnsburgse uien al zo rond 1600 een belangrijk exportproduct waren. Ze waren beroemd en goed. Maar een ui is eigenlijk een verdraaid interessant gewas, taai, bloeit mooi (niemand probeert dat, maar het is wel zo, stop er maar een keer één in de grond in het voorjaar!) en is hartstikke gezond. Uien behoren net als prei en knoflook tot de Alliums, een plantengeslacht in de Lookfamilie. Het bevat anti-oxidanten, vitaminen en mineralen en werkt zelfs licht bloeddruk verlagend. Als je een ui doorsnijdt worden er zwavelzuurverbindingen gevormd waaruit het gas propaanthial-S-oxide vrijkomt. Dit gas irriteert de zenuweinden in onze ogen waardoor er tranen worden geproduceerd. Oké, dat is dan een nadeeltje, maar het geeft aan dat een ui zich niet zomaar gewonnen geeft. Net zoals Rijnsburgse Boys, dat ondanks wat dalletjes her en der eigenlijk al sinds de jaren tachtig in de top van het amateurvoetbal speelt. Kortom, die uien tonen zich vindingrijke strijders. Het past bij het beeld van de Rijnsburger: buiten het dorp soms verguisd, maar zelfs de grootste criticus zal moeten toegeven dat die uien het met hun cluppie heel aardig voor elkaar hebben. En met centen omgaan hoef je ze niet te leren, dat zit ook in de genen. (En nee, ik bedoel nu niet zwart geld… Wanneer zal er trouwens een activist opduiken die vindt dat de term ‘zwart geld’ verboden zou moeten worden omdat dat ‘discriminerend’ is ? ).
In het licht van het voorgaande mis ik iets op de Middelmors. Ergens tussen de kantine en de tribune of zo. Ik zal het maar simpel zeggen: een ui op een sokkel. Of een hoge paal, met daarop een grote ui, in goud gegoten. Want Rijnsburgers zijn tenslotte fanatieke uitbaters van de vinding om het woord ‘goud’ te gebruiken als in de zin van: “dat is super!” Er is toch wel een Rijnsburgse (dat is een voorwaarde natuurlijk) kunstenaar te vinden die dat kan ontwerpen ? “En wat mot dat kosten?” is dan een echte Rijnsburgse vraag. Nou, daar vinden we altijd wel wat op. Ik zie hem al staan: die gouden ui blinkend in de zon. Als symbool van Rijnsburgse Boys, ons agrarisch DNA, handelsgeest en veelzijdigheid. Hufterproof, niemand mag eraan komen. Alleen naar kijken. Naar het symbool wat ons verbindt en er altijd zal zijn. Gemeentelijke fusies of niet, tegenstand of tegenslag. De ui zal altijd blinken in ons prachtige dorp!