Het is zaterdag, een vroege zaterdagochtend in november van 2001. Het regent pijpenstelen en op het secretariaat van Rijnsburgse Boys staat de telefoon roodgloeiend. Er zijn afgelastingen, een deel van de grasvelden ligt eruit. Niet alleen op Middelmors, maar in het hele district West 2 liggen er veel wedstrijden uit. In een tijd dat de mobiele telefoon, sociale media of het internet nog geen gemeengoed zijn, kom je aan de juiste informatie door simpelweg te bellen naar de club.
“Rijnsburgse Boys, met Henk de Wolde.”
“Hallo, gaat de voetbal door?”
“Welke wedstrijd wil je weten?”
“De C5, om 10.00 uur thuis.”
“Die gaat door, op veld 4.
“En het eerste vanmiddag?”
“Herkeuren om 11.00 uur”
Tientallen van dit soort telefoontjes komen binnen. Niet alleen van eigen clubmensen, maar ook van omliggende clubs, scheidsrechters of ouders van bezoekende teams.
Ik ben sinds een paar maanden begonnen op het secretariaat van Rijnsburgse Boys en ben in de leer bij Henk de Wolde, die ik al deze telefoontjes zie afhandelen. Intussen is het mijn taak alle bekende afgelastingen bij te werken op de RBB teletekstpagina 365 van TV West. Een hectische zaterdag op het oude secretariaat boven de kantine, en daar komen ook nog allerlei mensen zomaar binnenvallen. Willem Zwaan komt binnen met zijn hondje en vraagt naar zijn eigen wedstrijd. Henk heeft het druk en is kortaf en zakelijk. Op het secretariaat zijn we beurtelings diensten aan het draaien op die zaterdag. Natascha Star en Arie Durieux zijn er ook (grote) delen van de dag. Henk de Wolde zal die dag zijn post nooit verlaten, totdat Cor Kralt de laatste seniorenwedstrijden afmaakt.
Een zaterdag zoals zovelen op het secretariaat. Henk is de stabiele factor waar we allemaal op bouwen en ook allemaal van leren. Als onderwijzer van beroep, beheerst Henk ook de kunst van het onderricht. Willen we wat weten dan vragen we het aan Henk, maar hij vertelt ons het wel op een manier en laat het ons zelf oplossen, zodat we het zelf voortaan ook kunnen afhandelen.
Zo mocht ik al vroeg na mijn aantreden op het secretariaat, voortaan de veld- en kleedkamerindeling doen. Een hele puzzel. Eerst alle wedstrijden overnemen uit het KNVB boekje wat per post binnenkwam en dat vervolgens op aanvangstijd indelen per veld, met daaraan gekoppeld de kleedkamers. Het kleedkamergebouw zoals we dat nu kennen, is er dan nog niet. Met alle geduld heeft Henk mij bijgebracht hoe je zo’n puzzel maakt. Dat begint op woensdag en eindigt op vrijdagmiddag met het schrijven van de kleedkamerlijst om op te hangen bij de kantine deur. Als we die lijst schrijven, dan is het biertje een vast ritueel.
“Selectieteams doe je zoveel mogelijk in grote kleedkamers, want die trainers hebben grote groepen en tactiekborden bij zich. Pupillen gaan in de kleedkamers van de Sporthal… En oh ja, Dames 1 moet ook een grote kleedkamer, standaard”
“Waarom dan Henk, die zijn met maar 13 speelsters?”
“Ja joh, doe nou maar. Die vrouwen hebben naast hun voetbaltas ook allemaal een beautycase bij zich, dus hebben de ruimte nodig. En zoveel privileges hebben ze verder niet.”
Hoewel met een knipoog bijgebracht, klonk er bij Henk nooit een oordeel terug in zijn afwegingen. Op het secretariaat maak je keuzes op basis van procedures en vastgestelde volgorden. Daar hou je je aan, geen persoonlijke voorkeuren. En dat doe ik heden ten dage nog altijd bij zoiets als een veldindeling, zoals Henk het me leerde. Protocol is leidend.
De vrijdagmiddag zat Henk om 15.30 uur op de club, uit school vandaan. Vaste tijd. Tegelijk waren wij de lijnen aan het trekken op de velden, en wanneer de eerder genoemde veldindeling gereed was, dan ging de klok al naar 17.00 uur. Vaak komt Chris de Dook dan aanwaaien om een biertje mee te doen, en dan is het meestal even lawaaierig. “Daar komt die Dook met zijn grote smoel.”
Om 18.00 uur gaat ieder huiswaarts om te eten. Maar Henk blijft gewoon op de club, ook tijdens etenstijd. Wanneer we rond 19.30 uur terugkomen, verzamelen we boven op het secretariaat. Roel de Leeuw, Louis Lasander, ook Chris de Dook weer, en zo nog een paar. Op het secretariaat zijn maar 3 bureaustoelen. Wie geen stoel heeft, neemt plaats op de grote houten trap naar de zolder. Zat je bovenaan de trap dan was je de pineut, want dan zat je het dichtst bij de koelkast die op zolder stond. Jouw taak om dan de rest van een flesje bier te blijven voorzien. Overigens is diezelfde trap naar de zolder ook op de zaterdag voor iedereen een zitplaats die het secretariaat binnenstapt.
Uiteindelijk ging het hele spul naar beneden, waar de kantine inmiddels open is gegaan. Potje kaarten en de week doornemen, of de komende zaterdag. Henk de Wolde haakt ergens rond 21.30 uur af, want de volgende ochtend moet hij er ook weer vroeg zijn.
Terugkijkend op dit ritueel van de vrijdagmiddag en de zaterdag, wat daar op het oude secretariaat vele jaren zo heeft plaatsgevonden, vliegt de geelzwarte nostalgie in het rond voor een ieder die dit herkent. Tegelijk het besef dat die vaste kern die daar op die trap van het secretariaat met elkaar de schouders eronder zet, nog altijd op Middelmors rond loopt te springen. Bij Henk de Wolde op het secretariaat, daar is het voor velen begonnen als eerste kennismaking met de club vrijwilligers. Wilde je wat weten, kwam je bij Henk. Spelende leden van toen, zijn de bestuurders van nu. En ook nu nog tot voor kort : Wilden die als bestuurder wat weten, dan vroegen ze het aan Henk.
Met de gerealiseerde nieuwbouw in 2004 veranderde alles. Luxe en ruimte in een omgeving die nog altijd zijn tijd vooruit is. Henk legde destijds in de nieuwbouwcommissie onder andere zijn ervaringen neer over hoe de kleedkamers gebouwd moesten worden. We plukken hier twintig jaar nadien, nog altijd de vruchten van zijn logistieke advies.
Henk veranderde zelf niet, ook niet in de nieuwe omgeving. Hoewel niet meer hetzelfde, bleef zijn vaste stek het secretariaat. Henk ontpopte zich als een waakhond over de bezittingen van de club, want nu veel meer toegankelijk voor iedereen. De kast van Henk de Wolde, die ging op slot. Niet dat er veel waardevols in lag. A4 papier, pennen en stiften, een nietmachine met doosjes nietjes, een perforator. Maar die dingen verdwijnen als sneeuw voor de zon als je ze niet achter slot en grendel zet, was de gouden regel van Henk. En reken maar dat we op onze lazer kregen als we zijn gouden regel in de wind sloegen. Opruimen!
Met dezelfde discipline heeft Henk jarenlang de ledenadministratie onder zijn hoede gehad, toen het secretariaatswerk door automatisering steeds minder tijd vergde. Met de grootst mogelijke discretie de contributies verwerken, totdat de laatste binnen was. De zeer hoge procedure standaard van Henk zorgde nog weleens voor wrijving als de gemiddelde (te) makkelijke Rijnsburger weer eens niet zijn spelend lidmaatschap op tijd had laten omzetten naar niet-spelend.
“Ik ben gestopt met voetballen hoor, Henk.”
“Als jij dat niet doorgeeft, weet ik dat niet!”
“Ah joh, je weet het nou toch.”
Vergunningen aanvragen, de ledenadministratie, secretaris van bestuur, tuchtzaken met de KNVB, het was bij Henk de Wolde allemaal in zorgvuldige handen. Sinds Henk met zijn gezondheid ging kwakkelen en vele operaties heeft moeten ondergaan, was daar onafgebroken het vertrouwde beeld van Henk die om 08.00 uur in de ochtend terugkeert aan de huidige koffietafel en daarna plaatsnam achter zijn computer om zijn werk voor de club te doen. Henk was er nog altijd. Voor ons, voor de club. Waardering voor Henk en zijn verdiensten, was er ook en kwam al vroeg tot uiting. In 2000 was hij de allereerste Vrijwilliger van het Jaar. Toen die titel in het leven werd geroepen, kon de eerste editie aan niemand anders toegekend worden. Maar ook was daar de spontane waardering. Cees Driebergen die als voorzitter aan zijn secretaris Henk ieder jaar een bloemetje geeft op Nationale Secretaressedag. “Is die gek of niet?”, zei Henk. Maar Henk had genoeg aan dat soort dingen. Henk had genoeg aan het biertje doen met elkaar. Het slap ouwehoeren op het secretariaat, dat waren zijn momenten van genieten.
Met de komst van de persruimte op het secretariaat en het steeds verder gaande faciliteren van het gastheerschap rondom wedstrijden van Rijnsburgse Boys 1, verdween het domein van Henk langzaam maar zeker op de zaterdagmiddag. Dan maar even een biertje doen bij Ouwersloot tussendoor. Ook prima. Mensen als Ryan Tibbe of Louis Lasander sloten bij hem aan. Om daarna weer terug te keren naar de club.
Uiteindelijk was de maandagochtend het secretariaat weer het domein van Henk, en zo de hele week door.
Toen in de afgelopen periode de dagen in aantal opliepen dat Henk niet meer aan de koffietafel verscheen in de ochtend, begonnen we ons toch wel zorgen te maken. Even kwam hij weer, maar Henk had zichtbaar pijn. Henk zweeg erover.
Henk nam naar later bleek afscheid van de meesten van ons met een appje in de groepsapp van clubmensen.
Onwerkelijk voor ons allemaal, dat we niet meer kunnen terugvallen op het baken Henk de Wolde. Het zal moeten. De dankbaarheid voor zijn verdiensten is vanzelfsprekend. Laten we daaraan toevoegen het besef van dankbaarheid voor zijn plaats in de vereniging en de plaats die wij daardoor zelf hebben verworven, ieder voor zich.
Bedankt, Henk.
Jaco Heemskerk