Op de onlangs gehouden ledenvergadering werd Joost de Monyé verkozen als nieuw bestuurslid. Hij krijgt de nieuwe portefeuille veiligheid- en supporterszaken onder zijn hoede. En dat in de brede zin van het woord. Hij is en wil er zeker niet alleen zijn voor zaken die spelen bij Rijnsburgse Boys 1. Hij is er voor de hele vereniging en heeft voor iedereen een luisterend oor. Hoog tijd om nader met hem kennis te maken.
Heb je veel op de velden van Rijnsburgse Boys rondgelopen?
Toen ik klein was, was er een wachtlijst om lid te mogen worden bij Rijnsburgse Boys. Bij Udo mocht je wel gelijk komen, maar dat wilde ik niet. Mijn broer ging wel, ik had geen geduld en ben dus niet op voetbal gegaan. Toen ik zelf kinderen kreeg, een dochter en een zoon, is mijn zoon wel gelijk bij de mini’s van Rijnsburgse Boys begonnen. Mijn vrouw, die in het eerste van Docos gespeeld heeft, trainde hem, samen met onder andere mede bestuurslid Peter Cadel. Op de zaterdagen stond ik altijd langs de kant te kijken. Bij het eerste ging ik pas kijken, toen mijn zoon stopte met voetbal, nu ruim twee jaar geleden.
Waar kennen de Rijnsburgers je van, want je bent een echte ui?!
Ik ben inderdaad geboren en getogen in Rijnsburg en woon nog steeds in ons fijne dorp. Mijn ouders runden vroeger het hotel op de Sandtlaan. Mensen kennen mij misschien ook van het genootschap Oud Rijnsburg, waar ik in het bestuur zit. In de wijkraad ben ik ook actief en kaart ik zaken aan en bespreek ik die namens bewoners met de gemeente. Daarnaast laat ik mijn handen wapperen voor Stichting Oekroe. Helaas staat dat vanwege de oorlog op een laag pitje. Voor de PGR bedien ik regelmatig op zondagen de camera’s in de grote Kerk, zodat de mensen thuis de kerkdienst kunnen volgen via televisie of tablet.
Daarnaast werk je ook nog?
Ik werk vier dagen in de week in Aalsmeer bij Hilverda de Boer, tegenwoordig vallend onder de FM Groep. Ik doe de logistieke planning voor onze Zweedse en Finse klanten en voor een grote Duitse klant. Alles bij elkaar werk ik daar al 30 jaar met veel plezier. Het heen en weer rijden is niet altijd fijn, maar het heeft zoveel voordelen dat ik er al langere tijd zit, dat ik dat op de koop toeneem.
Hoe ben je bij het bestuur van Rijnsburgse Boys terecht gekomen?
Ik zag dat RBB iemand zocht voor veiligheidszaken en dat sprak me aan. Via Chiel van Egmond heb ik een balletje opgegooid en die is gaan rollen. Ik ben in gesprek gegaan, heb erover nagedacht en besloot het niet te gaan doen. Maar dat knaagde, ook bij voorzitter Koos van Rossum. Dus nogmaals met elkaar om de tafel gaan zitten, ook met Henk Jan Hofstede en René van der Meij erbij. We besloten dat René en ik een snuffelstage zouden gaan doen. Toen ging het al snel kriebelen, dus voor het einde van die stage aangegeven dat ik de uitdaging graag aan wilde gaan. Als ik benoemd was, kon ik tenminste echt aan de slag en weten mensen mij beter te vinden.
Welke uitdaging ga je bij Rijnsburgse Boys aan?
Zoals gezegd heb ik geen groot voetbalverleden. Ik sta er helemaal blanco in. Ik denk dat dit een voordeel kan zijn. Het is heel fijn dat Henk Jan en René mij van veel raad voorzien. Vanaf het begin van het seizoen ben ik, op één wedstrijd van Rijnsburg 1 na, bij alle wedstrijden geweest. Kijken en horen hoe het er bij andere verenigingen aan toe gaat. Langs de velden lopen en in gesprek gaan met de Rijnsburgse supporters. Daar ben ik een stuk wijzer van geworden. De uitdaging is eigenlijk om het rustig te houden. Door aandacht te geven aan de supporters en met ze in gesprek te blijven gaan. Zijn er problemen op het gebied van veiligheid, hoop ik dat de mensen me vinden.
Je bent er voor de supporters en voor de veiligheid?
Bij wedstrijden van RBB1 loop ik vooral langs het veld, kijk ik wat de supporters doen en ga in gesprek met ze. De RBB Youth zijn de fanatiekste, maar ik heb goed contact met een man of zes uit die groep, zodat zij aan kunnen geven wat ze willen en ik kan zeggen waar de grenzen liggen. Daarnaast zijn ouders ook supporters. Gelukkig loopt het bij jeugdwedstrijden zelden uit de hand, maar wanneer ouders zich teveel met het spel van de kinderen bemoeien, zou dat kunnen gebeuren. Dat willen we niet en proberen we voor te zijn. Verder staat er bijvoorbeeld een fietslampencontrole in de planning. Dan gaan we, de organisatie is in handen van onze normen en waarden commissie, de verlichting van de fietsen, waarmee de kinderen en (jong)volwassenen naar het sportpark komen, controleren.
Kortom, genoeg te doen voor je bij Rijnsburgse Boys?
Zeker ik ga nog heel veel leren. Het zou mooi zijn als ik mij zou vervelen, want dan zou het betekenen dat alles rustig en veilig verloopt, zoals het hoort. Maar wanneer nodig, ben ik er. We proberen het zo goed mogelijk vooraf te regelen, maar helaas heb je niet alles zelf in de hand. Door elkaar te zien en in gesprek met elkaar te gaan, hopen we een goede band op te bouwen, zodat we over en weer van elkaar weten wat wel en wat niet kan.
En het thuisfront vindt het ook allemaal goed?
Ik heb het met mijn vrouw besproken. Die gaf wel aan “toch niet elke zaterdag?” In de praktijk dus wel, omdat ik nog heel veel wil leren. Nu heeft ze gelukkig zelf ook een netwerk en is ze gevraagd om de thuiswedstrijden bij te wonen in het sponsorhome. Vanaf 1 januari mag ze op de lijst bij de vrijwilligers waar ze een aantal zaterdagen per seizoen gaat helpen achter de bar. Ze gaat dan ook meedraaien met de lotenverkoop. We gaan weer nieuwe dingen beleven, zaken voorbereiden om die zo goed mogelijk te laten verlopen en dan gaan we zien wat er allemaal op ons pad komt.
We hebben er zin in!