Als jeugdspeler van Rijnsburgse Boys met een jeugdcontract traint Jesper Slootweg (19) inmiddels voor het tweede seizoen mee met de A-selectie. Omdat hij veel progressie maakt, is zijn jeugdcontract deze week omgezet in een volwaardig A-contract.
Hoe blij ben je met je eerste A-contract?
Jesper: “Heel blij uiteraard. Ik had het wel gehoopt maar niet verwacht, omdat het oude jeugdcontract in principe nog een jaar doorliep. Maar omdat de technische staf potentie in me ziet, is het contract aangepast. Het gaat goed en die lijn hoop ik door te trekken.”
Hoe kijk je terug op de afgelopen anderhalf jaar?
“Het is vooral leerzaam. Je komt als eerstejaars A-junior opeens in de grotemannenwereld. Dat is een stuk moeilijker. Voetballend gaat het nog wel, maar vooral tactisch is het een stap hoger. Ook moet je slimmer zijn. Dat soort dingen ontdek je als je mag meetrainen. Verder is het wel druk, want naast drie trainingen in de week en op zaterdag een wedstrijd, doe ik sinds de zomer ook een studie fiscaal recht aan de Universiteit Leiden. Maar het is wel onwijs gaaf. Een paar jaar geleden stond ik nog vanaf de zijlijn toe te kijken, nu sta ik zelf tussen de A-selectiespelers.”
Wat heb je geleerd?
“Dat je altijd de rust moet bewaren wanneer je aan de bal bent. Je moet je niet laten opjutten en van jezelf uitgaan. Ik speel in het tweede elftal en in Onder 23. Vooral dat zijn leuke wedstrijden. Dat is toch weer een niveau hoger, omdat je tegen jongens uit de A-selectie speelt. Ik vind ook de combinatie van eerste-elftalspelers en jonge talenten uit O19 en O17 leuk. Ik weet hoe het is om als junior mee te mogen doen. Naar dat soort wedstrijden kijk je echt uit.”
Wat is je favoriete positie?
“Het liefste speel ik als centrale verdediger, maar als de trainer me op een andere plek nodig heeft, sta ik er ook. ”
Waar hoop je volgend jaar om deze tijd te staan?
“Ik moet nog wel verdere stappen zetten voordat ik in het eerste kan komen. Ik hoop volgend jaar bij de wedstrijdselectie te zitten en uiteindelijk basisspeler te worden. Tegelijkertijd weet ik dat ik nog jong ben (ik ben nog maar net 19 geworden) en ook geduld moet hebben. Ik heb nog de tijd om me verder te ontwikkelen.”
Tot slot: wie is je grootste fan?
“Dat is toch wel mijn moeder. Vroeger ging ze met haar vader en moeder en broer en zus naar het eerste van Rijnsburgse Boys kijken, nu staat ze elke wedstrijd bij mij en mijn broer die in het derde speelt, langs de lijn. Dat is wel heel leuk.”