In deze nieuwe aflevering van de vaste rubriek Keeperspost heeft Henk Postma een interview met een keeper die ook training geeft: Alessandro Kwant. Vaak wordt vergeten dat er heel veel vrijwilligers rondlopen. Die doen veel, maar vaak blijft dit onderbelicht. Door dit interview zet Henk deze groep in het zonnetje.
Wie is Alessandro Kwant en hoe ben je vanuit Oegstgeest bij Rijnsburgse Boys terechtgekomen?
“Ik ben Alessandro Kwant en speel momenteel bij Rijnsburgse Boys JO19-1. Ik ben destijds door Leon van Delft (de huidige trainer van JO13) aangesproken toen hij een keeper nodig had voor de C1.”
Welke trainer heeft veel invloed gehad op je carrière bij RBB en wat heb je van hem geleerd?
“Dat ben jij Henk. Jij hebt veel invloed gehad. Je hebt mij het zelfvertrouwen gegeven dat ik toen nodig had. Ook het voetenwerk, dat voor een keeper erg belangrijk is, heb je mij geleerd. Wat wel erg aardig is om te vermelden, is dat je me eerst hebt afgekeurd en dat ik het jaar daarop toch gekomen ben omdat ik graag bij Rijnsburg wilde voetballen.”
Wat wil je als keeper bereiken?
“Het liefst de eredivisie, maar dat is te hoog gegrepen voor mij. Ik denk dat Rijnsburgse Boys 1 een mooi doel is om te bereiken.”
Wat zijn je sterke kanten als keeper en wat wil je verbeteren?
“Mijn trap is heel goed, vind ik. Ik heb vorig jaar zelfs een keer gescoord uit een uittrap! Ook ben ik een-op-een goed. Mijn verbeterpunt is: heersen in de vijf meter. Daarin mag ik wat brutaler worden; ik ben nog wat te bescheiden soms. Ook het meevoetballen blijft een verbeterpunt.”
Wie is jouw voorbeeld als keeper en waarom?
“Dat is altijd Maarten Stekelenburg geweest. Ik vind dat als Stekelenburg speelt bij zijn club, hij gewoon de nummer 1 van Nederland is. Hij is de meest complete keeper die wij in Nederland hebben.”
Je traint drie keer per week. Hoe ben je er toegekomen om ook trainer te worden en wat leer je de keepers en wat vind je er leuk aan?
“Ik vind het superleuk om de keepers wat bij te brengen. Ik leer ze vooral het voetenwerk, omdat ik zelf weet hoe belangrijk het is. Ik vind het leuk om te zien dat kinderen groeien in bepaalde dingen, bijvoorbeeld een bal moeiteloos uit een hoek pakken die ze een paar weken daarvoor nog niet pakten. Zoiets geeft mij een goed gevoel.”
Wat is jouw mening over de vernieuwde speelwijze die de KNVB volgend jaar wil gaan invoeren: 2 tegen 2, 4 tegen 4, 6 tegen 6?
“Ik vind het erg goed dat de spelers meer aan de bal komen en zo spelenderwijs voetballen leren, maar of dat ook voor de keepers geldt, daar ben ik nog niet uit. Ik ben bang dat er minder keepers komen omdat er vaker zonder keeper wordt gespeeld. Het is dus afwachten hoe dit gaat lopen. Een bijkomend punt is dat er meer vrijwilligers nodig zijn en dat zal ook een uitdaging zijn. Ik vind het moeilijk om in te kunnen schatten wat dit gaat betekenen.”
Wat vind je van RBB en wat zou je anders doen?
“Ik ben van UDO uit Oegstgeest overgekomen vijf jaar geleden. Voor de eerste training was ik heel zenuwachtig, maar ik ben warm ontvangen, dus ik vind Rijnsburgse Boys een warme club. Ik zou wel meer keeperstraining willen krijgen van Hans Schot omdat hij, denk ik, het beste uit mij kan halen.”
Alex: hartelijk dank voor dit interview en veel succes als trainer en als keeper.