Geschiedenis (deel 2)

Geschiedenis (pagina 1 – 2 – 34)


1965-1975

In de seizoenen die volgen op het hoogste niveau weet Rijnsburgse Boys zich te handhaven, maar steekt het nimmer boven de middelmaat uit. Onder de trainers Piet Kluit en Jac. van Barlingen reiken de Boys steeds niet verder dan de zevende plaats. Hierdoor wordt in het seizoen 1969-1970 promotie naar de nieuw gevormde eerste klasse, waarvoor de eerste vier clubs zich plaatsen, misgelopen. In het daaropvolgende seizoen stevenen de Rijnsburgers onder Van Barlingen regelrecht af op degradatie. Voor het eerst in de geschiedenis voelt het bestuur zich genoodzaakt om de trainer te ontslaan. Als interim-trainer wordt oud-speler Jac. van Klaveren gevraagd, die deze taak in totaal drie keer op zich neemt. Onder zijn leiding speelt Rijnsburgse Boys zich veilig.

De voetbalsport was in Rijnsburg lange tijd alleen voor mannen weggelegd, maar in 1972 komt daar verandering in. Op een oproep in De Rijnsburger reageren 15 vrouwen, waarmee een elftal kan worden opgericht. Op 1 mei 1972 spelen de dames de eerste oefenwedstrijd. Tegen Lisser Boys wordt het thuis 2-2, met twee doelpunten van Elly van der Vijver. Na twee jaar houdt het dameselftal echter op te bestaan.

geschiedenis
In 1973 maakt het Rijnsburgse Dames elftal, waar ook enkele Katwijkse vrouwen in spelen, een uitstapje naar de Duitse partnergemeente Hüttental. In de verzengende hitte wint Rijnsburgse Boys op gravel met 0-1 van de plaatselijke club door een doelpunt van Elly van der Vijver (rechtsonder). De leiders van het elftal zijn Rob Kabelaar (linksboven) en Maart van Duijn (rechtsboven).

Onder de nieuwe trainer Jan Visser zit er voor het eerste elftal geen opleving in. Integendeel, in 1973 degradeert de ploeg zelfs naar de derde klasse. Rijnsburgse Boys heeft afscheid genomen van de routiniers en een verjongingskuur doorstaan. Die werpt echter geen vruchten af. Met name het gebrek aan scorend vermogen breekt de ploeg op. Dat een groot deel van de selectie voorafgaand aan de wedstrijd op de bloemenveiling werkt, is ook niet bevorderlijk voor de prestaties. De opening van het nieuwe clubhuis op 4 oktober 1972 geeft wel reden tot vreugde. Het gebouw op de tot sportpark Middelmors omgedoopte accommodatie is ontworpen door de eigen leden Nico Zwaan en Krijn Durieux en gebouwd door de firma van de latere voorzitter Piet van Egmond.  Ook in de derde klasse spreken de prestaties in eerste instantie niet tot de verbeelding. In 1975 dreigt zelfs degradatie naar de vierde klasse, maar door winst in de laatste drie wedstrijden blijven de Rijnsburgers deze afgang bespaard.

geschiedenis

1975-1985

In het kader van 1000 jaar Rijnsburg speelt het eerste elftal op 9 augustus 1975 tegen eredivisionist AZ ’67. Onder toeziend oog van scheidsrechter Frans Derks verricht Willem van Hanegem de aftrap van de wedstrijd, die in 0-3 voor de Alkmaarders eindigt.

geschiedenis

Op 25 augustus treden Piet van Egmond, Gerard van Zuijlen en Bert Clavan toe tot het bestuur van de vereniging. De Drie Musketiers, zoals ze gekscherend genoemd worden, hebben grote plannen met de club. Dat vertaalt zich als eerste in de komst van de Katwijkers Leo Pluimgraaff en Piet Haasnoot naar de ploeg van trainer Frans van der Zeeuw. Mede door de doelpunten van deze ervaren aanvallers haalt Rijnsburgse Boys in 1976 het kampioenschap van de derde klasse A binnen. De kampioenswedstrijd vindt plaats in Koudekerk, waarnaar de supporters met 9 bussen en vele honderden auto’s afreizen. Zij zien hoe Piet Haasnoot zes minuten in blessuretijd de bal uit een afgeslagen vrije trap in het doel schiet en de titel veilig stelt.

geschiedenis

Ook het tweede elftal is aan een opmars bezig. Na kampioenschappen in 1971 en 1972 keert het team met een titel in 1976 terug in de reserve tweede klasse.

De komst van meer spelers van buiten het dorp brengt geruchten over betaling op gang. Hoe het ook zij, het eerste elftal vaart er wel bij. In het eerste jaar na de promotie eindigen de Boys knap als vierde in de competitie. Het meest opvallend is de thuiswedstrijd tegen De Zwerver. Na 25 minuten staan de Rijnsburgers met 0-4 achter, maar na het eindsignaal van de scheidsrechter staat er een 6-4 overwinning op het scorebord, door doelpunten van Piet Haasnoot, Henny Heemskerk, Jac. den Heijer, strafschoppenspecialist Anne Ouwersloot en twee goals van Cor Vreugdenhil.

geschiedenis
7 mei 1977: Rijnsburgse Boys – De Zwerver 6-4. Piet Haasnoot in duel met de doelman van De Zwerver. Cas Zwaan (midden) kijkt toe in de wedstrijd die de boeken in gaat als ‘het Rijnsburgs wonder’.

Door de forse groei van het aantal leden in de jaren zestig en zeventig kampt Rijnsburgse Boys eind jaren zeventig met een tekort aan velden. De wachtlijst neemt een ongekende omvang aan, maar de gemeente onderneemt geen actie. Zelfs een protestbrief, die is opgesteld met acht andere verenigingen, en een demonstratie helpen niet. Pas in 1984 kan Rijnsburgse Boys met vijf velden de wachtlijst opheffen.

De opmars van het eerste elftal zet gestaag door. In 1977 trekt het bestuur de excentrieke trainer Atte Bouma aan om de stap naar de eerste klasse te maken. Ondanks dat zijn elftal lange tijd meedoet om het kampioenschap, wordt de Fries vier wedstrijden voor het einde van de competitie ontslagen. Onder interim-trainer Jac. van Klaveren verliest Rijnsburgse Boys het cruciale duel bij Volendam, dat met twee punten voorsprong kampioen wordt. Het is toch al een bijzonder seizoen, want ook het kipincident houdt de gemoederen lange tijd bezig. Ter Leede-spits Jan van Harskamp schiet in december 1977 een geelzwart geverfde kip vol op de wreef buiten de lijnen. De Rijnsburgse supporters zijn woedend en achtervolgen hem na de wedstrijd tot aan de bestuurskamer, waar hij een veilig heenkomen vindt.

geschiedenis
17 december 1977: Rijnsburgse Boys – Ter Leede: 2-1 Het moment in beeld. Jan van Harskamp staat klaar om de kip met een gerichte wreeftrap buiten de lijnen te schoppen.

Wel positief is de verdieping die het clubhuis in de zomer van 1978 krijgt.  Het seizoen erop verloopt op sportief gebied voorspoediger. Rijnsburgse Boys wordt kampioen, waarmee de missie om het hoogste niveau te bereiken voltooid is. Bij Katwijk haalt het elftal van de rechtlijnige trainer Herman Wijnands de beslissende punten. Ruim 3500 toeschouwers zien hoe de Rijnsburgers met 0-4 winnen, door twee doelpunten van topscorer Henk van der Zwan, één van Piet Haasnoot en één van Cas Zwaan.

geschiedenis

De rijtoer door het dorp, begeleid door de muziekkorpsen Floraband, Wilhelmina en DWS, zal de spelers nog lang heugen.  Nog een opmerkelijk aspect is het trainingskamp dat Rijnsburgse Boys in de winterstop belegt in het Spaanse Alicante. Het vierdaagse uitstapje doet de hele voetbalwereld versteld staan, want zoiets is dan alleen voor enkele profclubs weggelegd.

De vereniging leeft in de dorpgemeenschap. In het kader van het 50-jarig bestaan schrijft burgemeester De Roos in 1980: ‘Rijnsburgse Boys heeft de sympathie, de gunst en het meeleven van de bevolking. En ze verdient dat!’ Dit alles blijkt onder meer uit de in 1975 opgerichte supportersvereniging, die ontzettend actief is. Als klap op de vuurpijl worden eind jaren zeventig twee tribunes gebouwd. ‘Waar in Nederland vindt men zo’n supportersvereniging?’, aldus het bestuur in het jaarverslag van 1979-1980. ‘Niek gek, zo’n supportersvereniging’, bericht het dagblad Trouw. Halverwege de jaren tachtig houdt de supportersvereniging op te bestaan, maar het eerste elftal heeft altijd kunnen bogen op een trouwe supportersschare. Waar Rijnsburgers in vroeger jaren in grote bloemenwagens naar de tegenstander gingen, zo bezoeken nu nog steeds vele supporters de uitwedstrijden van hun cluppie. Meer dan eens kwam het voor dat de Rijnsburgers op vreemd terrein in de meerderheid waren, tot groot genoegen van de penningmeester.

Rijnsburgse Boys kan de aanwas van de jeugd in de jaren zeventig niet bijbenen. Het aanstellen van de jeugdtrainers Vermeulen en later Paul van der Kraan en Paul Bahlmann duidt op een professionelere aanpak, evenals de aansluiting bij de Leidse Voetbalbond van de pupillenafdeling. In 1980 heeft de vereniging 330 jeugdleden, maar door het tekort aan velden staan er nog eens 200 jongens op de wachtlijst.

In de eerste klasse begint Rijnsburgse Boys 1, met de nieuwelingen Martin Toet, Jack Manuputty en Johan de Kroon, het seizoen 1979-1980 ijzersterk. Door een terugval in de tweede seizoenshelft zakken de geelzwarten terug, maar behalen toch een verdienstelijke achtste plaats. Het seizoen 1980-1981 laat ongeveer hetzelfde beeld zien, maar het jaar erop verloopt zorgwekkend. De mannen van de nieuwe trainer Arie Lagendijk eindigen slechts op één punt van de plek die een promotie-degradatieduel tot gevolg heeft. Vanaf dat moment gaat het Rijnsburgse Boys echter weer voor de wind. Zonder de steunpilaren Gerrit van Egmond, Piet Haasnoot en Cas Zwaan, maar met Toon Houtekamer en goalgetter Marcel van der Blom klimmen de Rijnsburgers op tot de derde plaats.

In de eerste maanden van 1983 denkt het bestuur van Rijnsburgse Boys serieus na over toetreding tot het betaald voetbal. Na een gesprek met de KNVB op 3 maart ziet het bestuur er toch vanaf. Het spelen op zondag, de hoge eisen die aan de accommodatie worden gesteld en de financiële risico’s brengen teveel nadelen met zich mee.

geschiedenis
In 1983 is Rijnsburg even in de ban van het betaald voetbal. Er kleven echter te veel nadelen aan zo’n stap waardoor Rijnsburgse Boys afziet van profvoetbal. (bron: Leidsch Dagblad)

In de zomer van 1983 maakt de getalenteerde Katwijker Huug Aandewiel de overstap van Quick Boys naar Rijnsburgse Boys. Het zet kwaad bloed bij de Katwijkers, maar betekent voor de Rijnsburgse ploeg een forse impuls. Onder regie van de frêle spelverdeler behaalt Rijnsburgse Boys voor het eerst de titel op het hoogste amateurniveau. Op 12 mei 1984 pakken de Rijnsburgers uit bij Volendam de beslissende punten. Door doelpunten van Marcel van der Blom, Ton Arroyo, Johan de Kroon en Wim Driebergen wordt het 0-4.

geschiedenis
12 Mei 1984: Volendam – Rijnsburgse Boys: 0-4. De vreugde-explosie op het Volendam-veld na de eerste titel op het hoogste amateurniveau. Boven (van links naar rechts): Ton Arroyo, Arie van Dijk, Johan de Kroon, Cees Star, Arie Lagendijk (trainer). Midden (van links naar rechts): Martin Toet, Rob Gillisen, Wim Driebergen. Onder (van links naar rechts): Jack Manuputty, Gé Perfors, Marcel van der Blom, Jan Hogewoning, Huug aandewiel.

In de strijd om de zaterdagtitel leggen de Boys het af tegen IJsselmeervogels, ook al eindigen ze in de geïntegreerde kampioenscompetitie met de zondagkampioenen boven ‘de Rooien’. In de landelijke beker presteren de Rijnsburgers boven verwachting. Eredivisionist Willem II wordt met 3-1 aan de kant gezet, waarna in Kerkrade een duel tegen Roda JC wordt afgewerkt. Ongeveer 800 Rijnsburgse supporters zien hoe Huug Aandewiel en Rob Gillissen een grote kans missen en Roda via Martin van Geel een gelukkige 1-0 zege boekt. Het seizoen erop verloopt met een negende plaats teleurstellend, maar Rijnsburgse Boys sleept wel de eerste editie van de Leidsch Dagblad-Cup in de wacht. Na 3-3 in de verlenging tonen de geelzwarten zich in de strafschoppenreeks sterker dan Noordwijk.

Ook het tweede elftal doet van zich spreken. Na de promotie in 1982 naar het hoogste niveau worden de mannen van trainer Ed Bos in 1985 algeheel landskampioen van de reserve-elftallen. Na strafschoppen toont Rijnsburgse Boys zich voor de zaterdagtitel beter dan ACV 2 en DOVO 2. In de strijd om het landskampioenschap wordt zondagkampioen Schijndel 2 in Zeist met 3-0 verslagen.

geschiedenis
Op 1 juni 1985 behaalt Rijnsburgse Boys 2 op Middelmors de zaterdagtitel voor reserve elftallen. Boven (van links naar rechts): Leen Heemskerk (elftalbegeleider), Ed Bos (assistent-trainer), Martin de Jong, Nico Kuijt, Gé Perfors, Hans Zwaan, Jan Dirk van der Gugten, Frits Bleichrodt, Henk Merbis, Ton Arroyo, Nico Zwaan, Arie Lagendijk (hoofdtrainer). Onder (van links naar rechts): Bert Heemskerk, Peter Taalman, Leo van Egmond, John van Soest, Dick Heemskerk, Cees Star, Ewout van Egmond.